VolkerWessels Materieel & Logistiek wijst mede-leden Bouwend Nederland de emissieloze weg
Leerzaam maar vooral heel inspirerend was de zero-emissiebijeenkomst van dinsdag 21 mei. Op de BouwHub voor MorgenWonen van VolkerWessels Materieel & Logistiek in Rijssen kregen de leden van Bouwend Nederland Regio Oost van alles te horen over hoe de transitie naar een emissievrije bouw en bouwlogistiek aanpakt wordt.
De transitie naar zero-emissie veroorzaakt veel zorgen bij bouwondernemers. “Wat gebeurt er als dieselbusjes binnenkort de stad niet meer in mogen?” “Welke impact hebben milieuzones op de materiaalvoorziening?” “Is er voldoende elektrisch materieel beschikbaar?” “En hoe zit het met de netcongestie bij het opladen van elektrisch materieel?” Tijdens de bijeenkomst werden deze vier thema's uitgebreid besproken.
Samenwerking binnen de sector
Wilbert Schellens en Jorrit van Ommen van Bouwend Nederland regio Oost openden de bijeenkomst met een toelichting op de transitie. Hoewel de overgang naar emissievrij bouwen uitdagend is, benadrukten zij dat deze onvermijdelijk is. “Samenwerking binnen de sector is essentieel om oplossingen te vinden, kennis te delen en van elkaar te leren.” Willemijn Visscher, coördinator meerjarenplan mobiliteit bij Bouwend Nederland legde vervolgens uit waarom deze transitie noodzakelijk is, verwijzend naar Europese afspraken voor een schonere en gezondere leefomgeving en de doelstelling om in 2030 emissievrij te bouwen.
Praktijkervaringen van VolkerWessels
Ron Frazer, algemeen directeur van VWML, deelde samen met collega’s Sten Meurs en Sebastian Hegeman hun aanpak van de transitie naar emissievrij bouwen en bouwlogistiek. De inzet van elektrisch materieel en de keuzes voor aanschaf, lease en huur kwamen uitgebreid aan bod. Interessant voor de leden was het concept van de BouwHub. Deze hubs bevinden zich aan de rand van steden, waar materialen buiten de milieuzones worden geleverd en vervolgens met elektrische voertuigen naar de bouwplaats worden gebracht. Dit vermindert niet alleen de emissies, maar ook het aantal verkeersbewegingen. Door prefabricage, voormontage en het maken van “slimme werkpakketten”, worden verkeersbewegingen verder gereduceerd en kan de arbeidsproductiviteit toenemen. Een voorbeeld hiervan is zusterbedrijf De Mors, dat met MyCuby prefab badkamer- en toiletunits produceert.
Een positieve insteek
Deelnemers waren nieuwsgierig of VWML problemen ondervindt zoals beperkte beschikbaarheid van materieel en laadproblematiek. Frazer erkende dat zij dezelfde uitdagingen tegenkomen als andere bedrijven en dat niet elk probleem al opgelost is. Hij benadrukte echter het belang van een positieve benadering: kijk wat er al wel mogelijk is in plaats van verzet tegen de transitie. Frazer geeft verder aan dat vanuit een lange termijn visie er voor elke uitdaging een praktische en betaalbare oplossing wordt gezocht. Als voorbeeld noemde hij het organiseren van laadpleinen door VWML bij haar bouwhubs, zodat elektrisch materieel daar van stroom kan worden voorzien.
Keuzestress bij materieel
Roy Driessen van LeasePlan, ledenvoordeelpartner, gaf een presentatie over de materieelkant van de transitie. Hij kreeg veel vragen over de beste keuze: nu elektrisch aanschaffen of wachten? Driesen verwacht een run op dieselbusjes, aangezien de BPM voor deze voertuigen per 1 januari 2025 stijgt. Door de prijsstijging zullen mensen waarschijnlijk eerder kiezen voor elektrisch materieel. Voor twijfelaars was het geruststellend dat LeasePlan geen probleem maakt van contractwijzigingen bij een overstap naar zero-emissie.
Rondleiding en afsluiting
Na de presentaties volgde een rondleiding door het bedrijf. De leden kregen inzicht in de logistieke organisatie voor industriële woningbouw (MorgenWonen) en konden de prefabricageonderdelen van MyCuby en het elektrisch materieel van de gastheer bekijken. Ook maakten de deelnemers kennis met de elektrische busjes van ledenvoordeelpartner Renault. De bijeenkomst werd afgesloten met een informele borrel, waar volop gelegenheid was om na te praten onder het genot van een hapje en een drankje.
(Bron: Bouwend Nederland, 2024)